Onderwijs, Opvoeding

“Ik hou van papa maar hij is niet lief”

Deze zin zal mij mijn hele leven bijblijven. Het is de allerbeste samenvatting die een kind mij ooit heeft gegeven over de positie van kinderen in een onveilige thuissituatie. De meeste kinderen blijven heel lang loyaal aan hun ouders. Ze nemen hen soms zelfs in bescherming, want ze houden van hen. Ze houden ook van hun ouders wanneer zij niet de liefde en zorg kunnen bieden waar elk kind recht op heeft. Het kind dat deze woorden sprak, gaf heel duidelijk aan dat er thuis problemen waren. Maar wanneer noem je problemen kindermishandeling? En hoe kan je dit herkennen?

Wat is Kindermishandeling?

In de Wet op de Jeugdzorg wordt kindermishandeling als volgt omschreven: “Kindermishandeling is elke vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.”

Kindermishandeling kan ingedeeld worden in de volgende categorieën: psychische en/of lichamelijke verwaarlozing, psychische en/of lichamelijke mishandeling, seksueel misbruik en getuige van partnergeweld. In veel situaties komen combinaties van deze categorieën voor.

Signalen herkennen

Aan welke signalen is kindermishandeling te herkennen? Er zijn heel veel signalen denkbaar. Sommige zijn overduidelijk zoals elke dag dezelfde kleding en nooit eten mee naar school. Ik heb ook wel eens meegemaakt dat een kind de mesjes uit puntenslijpers probeerde te halen om zichzelf te snijden. De meeste signalen zijn echter subtieler en daardoor moeilijker te herkennen. Ik heb zelfs meegemaakt dat kinderen aan mij vertelden wat zij meemaakten, terwijl mij nog niets opgevallen was.

Het helpt om alert te zijn op opvallend gedrag of op juist heel erg aangepast gedrag. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat de verschillen tussen de onveilige thuissituatie en de buitenwereld vaak groot zijn. De gezelligheid bij de buurvrouw is bijvoorbeeld niet vergelijkbaar met de onveilige thuissituatie van zo’n kind. Deze kinderen leven als het ware in verschillende werelden, een thuiswereld* en een hele andere buitenwereld. Soms maakt de buitenwereld op hen zelfs een vreemde indruk. Een voormalig leerling van mij legt dat als volgt uit: “het was alsof ik op school tussen aliens zat en pas toen ik ouder werd ontdekte ik dat wij ons thuis buitenaards gedroegen”. Dankzij deze grote verschillen is het mogelijk om signalen op te pikken zoals: veel leven in een fantasiewereld, psychosomatische klachten, depressieve gevoelens, wantrouwig naar volwassenen, extreem gevoelig voor complimenten, ongepast fysiek contact zoeken, enz. Er bestaan diverse websites die meer informatie geven over het herkennen van signalen en het bieden van passende hulp. Om hier echt beter in te worden, raad ik aan om gebruik te maken van die websites. Ze staan genoteerd bij de referenties.

*Niet alle mishandeling vindt plaats in de thuiswereld. Een erg verdrietig en bekend voorbeeld is seksueel misbruik door mensen die vaak dicht bij de familie staan.

Hoe kan je helpen?

In mijn ervaring helpt het om met alle kinderen een zo goed mogelijke relatie te op te bouwen. Hoe sterker deze relatie is, hoe groter de kans dat een kind in nood meer signalen zal laten zien of zal vertellen wat er aan de hand is. Het kan ook zijn dat zij zich in een veilige omgeving uitspreken tegen bijvoorbeeld klasgenoten, zoals uit deze uitspraak blijkt “ik heb niet zo’n moeder als jij, de mijne schreeuwt alleen maar”. Maar ook als buurvrouw, oom, tante of voetbalcoach kan je signalen oppikken en bezorgd zijn over een kind. In de klas benoem ik regelmatig dat het goed is om te praten over problemen. Praten lost de problemen niet direct op, maar het kan wel heel fijn zijn om te praten met iemand die je vertrouwt en die goed kan luisteren. Daarbij geef ik altijd voorbeelden van mogelijk betrouwbare mensen zoals ouders, buren, sportcoach of kindertelefoon.

Veel kinderen kunnen makkelijker praten tijdens een activiteit. Een ongetwijfeld herkenbaar voorbeeld is dat kinderen gaan praten over wat hen bezighoudt wanneer ze op de achterbank in de auto zitten. Op een vergelijkbare manier gaan kinderen vaak ook praten wanneer ze in de klas bezig zijn met de klassendienst. Mooie voorbeelden van goede gesprekken met kinderen tijdens een activiteit zijn te vinden bij afleveringen van het programma Taarten van Abel.

Let er echter wel op dat de meeste van ons niet opgeleid zijn tot hulpverlener. Dus probeer ook niet in de schoenen van een hulpverlener te gaan staan. We kunnen wel signalen oppikken en doorgeven aan veilig thuis. We kunnen er ook voor zorgen dat deze kinderen positieve ervaringen opdoen in onze veilige omgeving.

En de kinderen die met mij gepraat hebben?

Veel van de kinderen die mij in vertrouwen hebben genomen, hebben nog enige tijd contact gehouden. Het gaat nu beter of zelfs goed met de meeste van hen. Van een enkeling weet ik niet hoe het verder is gelopen. Alle kinderen die ik later gesproken heb zeggen dat het heel belangrijk voor hen was dat zij geloofd werden. Vaak was dat echt een opluchting voor hen en tegelijk een vorm van bevestiging dat er echt iets niet goed ging. Iemand in vertrouwen nemen is voor hen de eerste stap geweest naar een gezonder en gelukkiger leven.

Referenties

https://www.augeo.nl/nl-nl/kindermishandeling/wat-is-kindermishandeling

https://www.ikvermoedhuiselijkgeweld.nl

https://www.dekinderombudsman.nl

https://www.nji.nl/kindermishandeling

https://www.zapp.nl/programmas/taarten-van-abel

1 gedachte over ““Ik hou van papa maar hij is niet lief”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *