Bijna elke ouder van een vierjarige weet dat jonge kinderen vaak moe zijn na een dag op school. “Hoe kan dat terwijl ze toch alleen maar spelen op school”, wordt mij regelmatig gevraagd. Kleuters leren spelenderwijs, dus leerkrachten bieden lessen in spelvorm aan en daardoor leren kleuters ongemerkt erg veel. Dat ze daar in het begin moe van worden, is dus eigenlijk helemaal niet zo gek. Naast onderwijskundige vaardigheden leren kleuters ook motorische– en sociale vaardigheden. Bovendien wordt er al veel zelfstandigheid van hen verwacht. Gelukkig kunnen ze op deze leeftijd ook al veel zelf en dat is goed voor hun eigenwaarde en zelfvertrouwen. Al die zelfstandigheid vergt alleen wel wat meer tijd en geduld van ouders en leerkrachten, want het lukt hen nog niet op ons volwassen tempo.
In deze post richt ik mij op de leerdoelen die spelenderwijs aangeboden worden in groep 1 en groep 2.
Startvaardigheden voor Groep 1
In groep 1 en 2 komen veel kinderen samen, daarom is het belangrijk dat kleuters bepaalde vaardigheden al beheersen. Jas aantrekken, schoenen aandoen en zelfstandig naar het toilet zijn daar een aantal voorbeelden van. Wanneer een kind hulp nodig heeft in het toilet, betekent het namelijk dat de leerkracht op dat moment geen overzicht heeft over alle andere kinderen in de klas. Dat kan leiden tot onveilige situaties. En probeer je eens voor te stellen hoe lang het duurt voordat alle kinderen kunnen gymmen of buitenspelen wanneer zij zichzelf niet zelfstandig kunnen omkleden. Zie je het al voor je? Eén juf of meester en rond de 25 kinderen die aangekleed moeten worden? Dat zijn dus zaken die kinderen zelfstandig moeten kunnen voordat zij starten in groep 1. Dit past overigens ook goed bij de motorische ontwikkeling van jonge kinderen. Een jonge kleuter kan de meeste knopen al zelf los en vast maken. Ritsen en veters zijn in groep 1 vaak nog te moeilijk, maar in groep 2 kunnen kinderen de rits van hun jas zelf dicht doen en zij kunnen ook al veters leren strikken.
Schoolvakken in Groep 1 en 2
De belangrijkste schoolvakken zijn taal, rekenen, motorische– en sociale vaardigheden. Om te beginnen leren kinderen veel over tijd. Dagelijks bespreken zij in de kring welke dag het is en of ze alleen ’s morgens naar school gaan of ook ’s middags. Met name jonge kinderen ontdekken al snel dat ze dit heel graag willen weten. Afgelopen week maakte ik nog een jongetje van 4 jaar mee dat hartverscheurend huilde omdat hij niet wist of hij vandaag 1 of 2 keer naar school moest. Hij wilde 1 keer want hij vond school leuk, maar hij was ook erg moe. Dit klinkt heel logisch. Maar wat je misschien nog niet bedacht had is dat hiermee ook al een leerdoel van groep 1 over het begrip tijd aangeboden wordt. Tijd hoort bij rekenen en dat is onderverdeeld in een aantal categorieën.
Rekenen in Groep 1 en 2
In groep 1 en 2 worden de volgende hoofdcategorieën aangeboden:
– getallen en bewerkingen;
– meten en meetkunde op het gebied van lengte en omtrek;
– meten en meetkunde op het gebied van oriënteren in de ruimte.
Dat klinkt al aardig indrukwekkend, of niet soms? Binnen deze categorieën leren kleuters allerlei belangrijke vaardigheden.
Bij lengte en omtrek leren kinderen in groep 1 bijvoorbeeld begrippen zoals lang, langer langst en kort korter kortst gebruiken. In groep 2 leren zij complexere begrippen zoals het woord (er)omheen, of hoe ze iets met handen, voeten of stroken papier kunnen meten. Dit leren ze bijna ongemerkt aan de hand van liedjes, spelletjes, knutselopdrachten, rollenspel in de huishoek en problemen die opgelost moeten worden. Overigens is de huishoek lang niet altijd een hoek waarin vadertje en moedertje gespeeld wordt. Het kan ook het huis van Sinterklaas, een bakkerij of postkantoor zijn. Dat hangt er maar net vanaf welke reken- en taallessen op dat moment al spelenderwijs aangeboden worden.
Taal in Groep 1 en 2
Net zoals bij rekenen kunnen ook bij taal een aantal hoofdcategorieën onderscheiden worden:
– mondelingen taalvaardigheden;
– lezen;
– voorbereidend lezen en spelen;
– schrijven;
– beginnende geletterdheid (vanaf groep 2).
Ik kan mij voorstellen dat deze categorieën vragen oproepen. Bij de hoofdcategorie lezen wordt natuurlijk niet verwacht dat kinderen al leren lezen. Lezen in groep 1 gaat over inlevingsvermogen in een personage uit het voorgelezen verhaal en over praten over het voorgelezen verhaal. Maar ook over wat de voor- en achterkant is van het boek en dat juf van links naar rechts en van boven naar beneden voorleest. In groep 2 leren kinderen vervolgens wat het verschil is tussen een woord en een zin. Of wat het eerste en het laatste woord van een zin is. Het allerbelangrijkste is echter leesplezier ontwikkelen en daar kunnen ouders natuurlijk ook bij helpen door veel voor te lezen. Dit is gelijktijdig heel goed voor de algemene ontwikkeling en woordenschat van kinderen, maar het is natuurlijk ook gewoon heel erg leuk om samen een goed (prenten)boek te lezen. Tips over het vinden van goede boeken heb ik beschreven in de post kinderboekenweek.
Overige Vaardigheden
Aan het begin van deze post heb ik al even genoemd dat in groep 1 en 2 ook motorische- en sociale vaardigheden aangeboden worden. Deze vallen onder de overige vaardigheden.
Bij motorische vaardigheden kan gedacht worden aan gymlessen, maar ook aan het leren vasthouden van een potlood. In het begin maken kinderen grove bewegingen die vanuit de hele arm komen. Later gaan zij het potlood met hun vingers vasthouden en komen de bewegingen meer vanuit de pols. En tenslotte leren zij een officiële pengreep, waarmee zij netjes leren schrijven zonder kramp te krijgen. Op sociaal gebied leren kinderen om zich aan (school)regels te houden en om rekening te houden met elkaar. Ze ontdekken met wie ze graag spelen en soms wordt zelfs al de basis gelegd voor levenslange vriendschappen.
In totaal worden in groep 1 ongeveer 50 specifieke rekendoelen aangeboden en in groep 2 bijna het dubbele aantal hiervan. Voor taal gaat het om ongeveer 50 specifieke doelen in groep 1 en 70 in groep 2. De leerkrachten houden bij wat de kinderen al goed kunnen en wat het volgende stapje in hun ontwikkeling zal zijn. Daar passen zij vervolgens de lessen op aan.
Kleuteren is dus hard werken! En uiteraard, veel plezier hebben in het (leer) spel.
Referenties
NieuwLeren (2020). Leerlijnen voor het basisonderwijs. Zwolle: Basisconsult-Nieuwleren
www.opvoeden.nl